Emissieloos werken met groot materieel

27 januari 2024

Natura 2000 als motor van innovatie

Tesla’s, Polestars, of ID-Buzz’es… we kijken er tegenwoordig niet meer van op. Maar een 3,5 tons kraan of fullsize graafmachine aan een stekkertje… da’s andere koek. Toch is het al maanden stil op het project waar we data aanleggen voor defensie. Omdat de locatie grenst aan een Natura 2000-gebied, werken we er 100% emissieloos. Een last. Maar zéker ook een lust, horen we van Alain Kok, projectleider bij ons zusterbedrijf Schuuring Installatie Techniek.

Elektrische graafmachine, bron: Huveko.nl
Elektrische graafmachine, bron: Huveko.nl

100% emissieloos en stil

Alain: “Omdat we het terrein hier al goed kenden én de emissieloze uitdaging aan durfden te gaan, mochten wij het uitvoeren. Keurig volgens de Natura 2000-regels gebruiken we op de projectlocatie én in een straal van 25 kilometer daaromheen geen benzine, diesel, gas of andere vervuilende zaken.” 100% elektrisch dus. Terwijl er fanatiek grond wordt verzet, hoor je alleen het gezoem van de kraan, pompje van de hydrauliek, gefluit van de vogels en de pratende collega’s van Alain. Hij vertelt: “Wat dát betreft is het ideaal; we kunnen hier gewoon normaal met elkaar praten. Dat vinden de jongens ook wel fijn.”

“Je merkt wel dat de markt voor groot materieel nog niet helemaal klaar is voor elektrisch.”"

Alain Kok

Elektrische bussen met trekhaak
Maar het is dus niet op álle fronten ideaal? Alain: “Je merkt wel dat de markt voor groot materieel nog niet helemaal klaar is voor elektrisch. Zelf kon ik bij de leasemaatschappij van Allinq zo een elektrische Cupra shortleasen. Prima auto, als je rustig rijdt is dat goed te doen. En met een béétje plannen met afstanden was ook de bus voor de monteurs wel te doen. Maar gooi je die bus vervolgens vol met de verkeersafzettingen en het gereedschap dat ze nodig hebben, dan belast je hem te veel en red je het al niet. En een trekhaak met trekcapaciteit voor een minikraan op aanhanger is al helemaal geen optie. Dat soort beperkingen vergt enorm veel planwerk. Met mensen, materieel, laadplekken en alternatieve oplossingen, zoals het verplaatsen van de kraan achter een elektrische minishovel.”

De elektrische busjes van SIT
De elektrische busjes van SIT

Leveranciers en onderaannemers meenemen
Omdat SIT het interessant vindt om met een project als deze uitgedaagd te worden om met nieuwe duurzame technieken te pionieren, grijpen we de uitdaging met beide handen aan. Maar ook van de leverancier die haspels en ander materiaal komt leveren wordt dat gevraagd. Alain: “De transporteur heeft een hybride vrachtwagen die hij 25 kilometer voor de poort op elektrisch kan zetten. Simpel, zou je denken, maar voor de capaciteit tijdens het lossen, schakelt de machine automatisch over op diesel. Dan heb je wel een uitdaging. Normaal levert zo’n bedrijf 30 haspels in drie ritjes op één dag. Nu doen ze daar vijf dagen over.” Ook onderaannemers moeten zich aanpassen. Alain: “Je kan niet van ze verwachten dat ze meteen overgaan op elektrische middelen, dus die faciliteren wij voor ze. Maar ze moeten er wel mee kunnen én willen werken. Er waren een aantal partijen die dat niet wilden doen, maar gelukkig hebben we ook partners die het leuk vinden en het gewoon voor elkaar krijgen. En dat is wel hoe je samen kunt veranderen.”

Werktijden in beveiligd gebied
Om de creativiteit van SIT nog verder te testen heeft het project – dat zich in een vlieggebied bevindt – nog wat extra uitdagingen. Alain: “Door het vliegverkeer binnen die zone, mogen we er alleen tussen 07:00 uur en 09:00uur en tussen 17:00uur en 19:00uur zijn. De tussenliggende tijd gebruiken we om elders te werken.” Omdat het team daardoor 4 werkdagen van 12 uur maakt, overnachten ze van maandag tot en met donderdag in een hotel in de buurt waar ze ook meteen hun auto’s op kunnen laden.

Laadpunten in de bouwplaatsinrichting
De volledige bouwplaats, bestaande uit containers met een kantine, sanitair, kantoor en opslag, werd vanzelfsprekend all electric ingericht. En ook voor het aggregaat-vrij opladen van al het materieel werden voorzieningen aangelegd. Alain: “We hebben een oplaadpunt met 2x 63 ampère waarmee je een kraan in 6 uur oplaadt en een oplaadpunt met 125 ampère waarmee je na 6 uur weer verder kunt, allemaal een beetje afhankelijk van wat de kraan toelaat.”

Actieradius
Waar je normaal een aggregaat zou inzetten, moeten de medewerkers voor het opladen steeds terug naar de containers met de twee oplaadpunten. In combinatie met de strikte tijdsbeperkingen, kan de actieradius het project dan maken of breken. Hoe is het daarmee gesteld?”, vragen we Alain: “Door de kracht wat ons materieel moet hebben, verbruikt het veel. De elektrische Wackerstamper en trilplaat hebben een actieradius van een half uur. Daarvoor hebben we extra accu’s klaarliggen. Met het 1,9 tons kraantje kun je zo’n zes uur vooruit. Dat is wel te doen, want opgeteld gebruik je die in een werkdag meestal niet langer dan dat.

Elektrische minishovel, bron Huveko.nl
Elektrische minishovel, bron Huveko.nl

Verschil met de ‘ouderwetse manier’
Ruim voor de start van dit project testte het team met het elektrisch graven. Door de tijdsdruk op dat testproject werd gekozen voor twee ploegen met twee kranen. Van beide kranen begaf het accupakket het. Alain: “Het was een softwarematig probleem waarbij de accu’s niet meer met elkaar communiceerden. De ene accu ging sneller leeg dan de ander, waardoor hij ermee stopte. Omdat de voortgang voor de volgende partij erdoor in gevaar kwam en het testproject geen Natura 2000-restricties had, hebben we moeten besluiten om terug te schakelen naar twee dieselkranen. Daar was het natuurlijk ook een proef voor. Maar helaas zag je wel echt het wezenlijke verschil. We konden weer volle bak fatsoenlijke dagen draaien en maakten ook meteen weer meters. Dat laat wel echt de beperkingen zien van de elektrische kraan. Daarom werken we nu met twee ploegen en vier kranen.”

Investering terugverdienen
Dat laatste geeft ook te denken over de investering van de kranen van de toekomst. Alain: “Een dieselkraan kost zo’n 30 duizend euro. Een elektrische al snel zo’n 60 tot 80 duizend euro. Maar tegelijkertijd zijn ze minder effectief omdat hij de productie niet gaat halen en je dus twee kranen nodig hebt voor een dag. Maargoed, het is een nieuwe techniek die vast nog veel verder ontwikkeld wordt.”

Fingerspitzengefühl met elektrisch graven
Maar hoe is het voor de ervaren machinisten van SIT die zó verweven zijn met hun eigen vertrouwde dieselmaterieel om ineens met een elektrische machine te werken? Alain: “Dat is wel even spannend, zeker omdat die elektrische kranen zo scherp afgesteld staan en direct reageren. Met de hydrauliek van een dieselkraan kun je een beetje spanning opbouwen. Je voelt de tegendruk van de kabel, gaat heel rustig met de bak de grond in en kunt de buis naar achteren bewegen. Dat fingerspitzengefühl heb je met een elektrische kraan niet. De motor geeft geen tegendruk bij weerstand, maar gaat gewoon. Dan heb je die feeling niet zo. We hebben daarom tijdens het project de 7-tons kraan geruild voor een 2-tons kraan. Vergelijk het met je eigen auto. Als je met een benzineauto tegen een berg oprijdt en gas geeft, voel je weerstand; dat je auto wat harder moet werken. Bij elektrisch is dat niet, dan geef je gas en ga je, als in een achtbaan. En dat is even wennen met zo’n grote kraan.”

“Door niet te wachten, maar te gáán, breng je veel in beweging.”"

Alain Kok

Trekken aan de markt
Maar onderaan de streep? Heeft elektrisch voor jou de toekomst? Alain: “Natuurlijk, daar moeten we heen. En daar gáán we heen. Dus als je de kans krijgt om ermee te werken, dan moet je die grijpen. Maar het vraagt wel echt enorm veel. Voorbereidingstijd, geduld, creativiteit en aanpassingsvermogen. Veel oplossingen hebben nog kinderziektes en veel andere technieken bestaan nog niet eens, zoals het elektrisch persen van leidingen. Met die leverancier zijn we nu in gesprek over een elektrische compressor met een accupakket. En dat is het gave hieraan. Door niet te wachten, maar te gáán, breng je veel in beweging. Dat maakt dit project voor veel mensen een prestigeproject. Want als het lukt, zet je weer wat nieuws op de markt. En dát hebben we nodig, want er zijn in Europa nog veel te weinig leveranciers met groot elektrisch materieel. Als de hele wereld erom gaat vragen, dan groeit ook het aanbod. Dat komt wel. Kijk bijvoorbeeld naar warmtepompen. Een paar jaar geleden waren ze peperduur en werkten ze niet, nu zijn ze goedkoper en werken ze wél. Als de vraag groter wordt, wordt ook het aanbod groter. Als iedereen zo getriggerd wordt als wij tijdens dit project getriggerd worden, gaat de ontwikkeling sneller. Caterpillar en andere grote merken zien toekomst in elektrisch en doen mee. Wat dat betreft is het heel positief hoe al die regels er wel voor zorgen dat we in Nederland nu heel veel bereiken.”