We verbreden de snelwegen!

Om de wereld klaar te maken voor het netwerk van de toekomst, is er flink wat werk aan de winkel. Mooi werk, horen we van Rob Raspe, Jon-Paul van den Hurk en Jaco Mazier; allen werkzaam voor Allinq. Jaco: “Met een opschaling naar 100G bandbreedte, gaat er steeds meer verkeer over de kabels. Daardoor stromen de hoofdaders, dus de snelwegen, langzaam vol. Door metro core-locaties te koppelen aan de grote top 4 locaties (in het telecomnetwerk) voor directe glasvezelverbinding, verbreden we de snelwegen en houden we het glas vrij voor toekomstige verbindingen.”

Vereenvoudigd netwerk

Zowel bovengronds als ondergronds werken verschillende Allinq-disciplines momenteel samen aan de verbreding van de snelwegen van een grote telecomopdrachtgever. Jon-Paul legt uit: “Om kosten te besparen en overzicht te houden, wil deze opdrachtgever haar netwerk drastisch vereenvoudigen. Dat doen we door meerdere 10G per vezelpaar om te zetten naar meerdere 100G per vezelpaar. Tevens is de glasvezelstructuur hierdoor geschikt gemaakt voor andere netwerkoptimalisaties.”

Ondergronds en bovengronds werk

Jaco, mede verantwoordelijk voor het ondergrondse deel, begint met alle benodigde glasvezels tussen de metro core locaties slim –  dus met zo min mogelijk patches –  te realiseren. Als regisseur van de bovengrondse werkzaamheden vertelt Jon-Paul verder: “Boven de grond nemen wij het stokje van Jaco en zijn team over. Daar bouwen we Optical Multiplexer Sections tussen de verschillende locaties. Dat zijn feitelijk de snelwegen tussen de gebouwen waarmee we een veelvoud van 100G op een enkel vezelpaar kunnen transporteren. Per locatie plaatsen we twee kasten, glasvezelkabels en draagramen. Deze OMS vormen ringstructuren waarmee de metro core-locaties gekoppeld worden aan de top 4 locaties. Met redundantie worden de 100G-services over de OMS geleverd. Na de installatie van de services volgt een RFC-test om de verbinding te verifiëren.”

Bij Allinq zijn we goed in de regisseursrol met een end-to-end-verantwoordelijkheid. Daarmee ontzorgen we onze opdrachtgevers. In een partnership moet je niet afwachten, maar actief meedenken"

Jon-Paul van den Hurk, programmamanager Allinq

End-to-endverantwoordelijkheid

Binnen de landelijke migratie van de opdrachtgever, die ruim twee jaar zal duren, heeft Allinq naast een uitvoerdersrol ook een regisseursrol. Metingen, designs, hardwareleveringen, logistiek, housing, site surveys, engineering, grondwerk en het installatiewerk worden volledig door Allinq uitgevoerd of gecoördineerd.

Rob: “Als end-to-end verantwoordelijke bouwen we bij voorkeur het hele ondergrondse én bovengrondse traject voor onze opdrachtgevers. Dat is ideaal, omdat we onze werkzaamheden dan efficiënt kunnen combineren.”

Jon-Paul: “Bij Allinq zijn we goed in de regisseursrol met een end-to-end-verantwoordelijkheid. Daarmee ontzorgen we onze opdrachtgevers. Daarnaast denken we proactief mee over kansen voor onze opdrachtgevers, zoals manieren om de Total Cost of Ownership te verlagen, geld te besparen met slimme planning, of de ontwikkeling van meetvoorschriften waarmee we een kwaliteitsnorm stellen. In een partnership moet je niet afwachten, maar actief meedenken. We zijn ontzettend trots op de kansen en het vertrouwen dat we van onze opdrachtgever krijgen.”

Bekijk ons levenscyclusmanagement